Zoeken

tsjolbak

Op reis met Roos en Michel

Maand

oktober 2017

ALTO PARAGUAY 29/9 – 13/10/2017

 

 

After a lot of waiting, whining and frequent changes of location, we finally leave Asuncion on 29 September. Our tsjolbak is like new, the brakes and clutch have been replaced, the crack in the front train has been welded and the steering wheel has been successfully switched from right to left. It is a long way from the center to the north of Paraguay and enough food and fuel has to be purchased because up north there are no shops and fuel stations. We drive eastwards because a rally is organised in the weekend and the road to the west will be crowded with participants taking their cars to the starting point. In the late afternoon we arrive in Santa Rosa where the father of Beto, our friendly car mechanic, lives and we accept the offer to stay there. We are warmly welcomed and park on the banks of the river. Early in the morning we continue our road to the north. It is a boring tarred road heading to the ferry crossing the Paraguay River. The track through the village is seriously damaged by the huge trucks that bring the cattle to Asuncion. We spend the night in the front yard of a hospitable family. Beto has advised us to stop when it starts raining which it does when we leave the ferry in Puerto Casado, but we continue driving. Stopping on that narrow dirt road is not possible. The road surface gets a bit better, but then comes more rain. We are stopped at the police station at 195 km from our destination. The rain is pouring and no one is allowed to drive further, everyone has to wait until the roads get dry again. We camp next to the police building. The small parking lot in front of the office is filled with travelers who have to stay overnight, and one of them is a sympathetic Paraguayan doctor with wife and two little children, they sleep on mattresses in the police building. It rains the whole night. In the morning there is a dead deer on a hook at the police office, accidentally hit, he says, by a man whose car does not show a trace of blood or dirt. In any case, it means a couple of days of good meat for the policeman. The sun is coming through and at 11h the signal is given that the road is dry enough for cars. We can also go on, but that turns out bad. The tsjolbak continually slips in the mud and after a good hour we slide off the road into a trench, we are hopelessly stuck. Fortunately, another car is crossing, and the driver proposes to tow us out, which is easily said than done because our tow cable breaks twice. The third try is successful. We learned a lesson: if trucks are not allowed to drive on, we stay put too. Our 4-tonner does not behave like a lightweight pickup. That day we arrive at Toro Pampa where can do some shopping and fill our tanks, we can even pay with Maestro. There is also wifi. We spend the night on the parking of the fuel station. The last 95 km to Bahia Negra go smoothly. The village is beautifully located on the banks of the Paraguay River. Fruits and vegetables cannot be found because the village is very hard to be reached by road. The few tourists coming here take the plane. The exception is two strange Belgians!

We can camp in the military base area, use a toilet and a shower. The commander insists not to take pictures, however we can walk around freely to see how poor the military’s housing is. In the evening there is a beautiful sunset and full moon. We have a reservation for four nights in Tres Gigantes nature reserve and they will fetch us by boat. The name of the reserve refers to the fact that it is the only place where three giants occur: the giant otter, the giant armadillo and the giant anteater. First we are told over the phone that we will be picked up at 15h, then only the next morning at 8h, eventually we leave on October 4th at 17h. We meet Gabriel, a sympathetic world citizen and biologist of German origin, who works as a volunteer in the reserve. The boat trip takes 45 minutes and costs more than the flight Asuncion-Bahia Negra. fortunately when it comes to paying we get a good reduction. Just before dark we can set up our tent. The food we brought can be put in a refrigerator and there is a kitchen to prepare our meal . The lodge is very well equipped and fully powered by solar energy, everything works at 220 volts. As soon as the sun sets down there is an invasion of mosquitoes that bite through our clothes. Putting DEET 50% anti-insect all over our body helps. We spend an uncomfortable night in the tent, but we survive. The symphony of animal sounds, frogs, insects, night birds is a unique sensation. The following days we take a room with fans and private bathroom, the tent experiment has been suspended! The next days are very hot, up to 38° C.  Our days are filled with canoeing and hiking. The diversity and quantity of birds is overwhelming. Howling apes give a deafening noise in the morning. Crocodiles remain immobile when we pass with the canoe. Of the giants, Michel only sees six giant otters one morning, the camera is unfortunately not within reach. From the jaguar and the puma we only see footprints at 1 km from our tent. Two evenings we are spoiled by the manager, he grills fish for us, a welcome change to our normal meat menu. We visit a vegetable garden 5 km downstream where fruit and vegetables can be obtained in exchange for other foods. On Monday morning we leave the paradise resort, load everything back in the tsjolbak and drive to Filadelfia, one of the Mennonite towns in Paraguay. It is hot again and the dirt road is dusty, bumpy and boring. We camp again in Toto Pampa and our air conditioning works all night, because temperatures get not much lower than 30° C. After all the hard days we need some rest. We find a campsite with swimming pool, which we share with a Belgian couple from Brugge. Koen and Heidie are experienced travelers with lots of stories and in the evening drinking beer and wine many stories are told. After two days, they leave, we will stay for a few more days.

ALTO PARAGUAY  29/9 – 13/10/2017

 

 

Na veel wachten, klagen, zeuren en dikwijls wisselen van locatie is het op 29 september de grote dag: we verlaten Asuncion met een zo goed als nieuwe tsjolbak. De remmen en koppeling zijn vernieuwd, de barst in de voortrein is gelast en de stuurwissel is geslaagd. Het is een lange weg van het midden naar het noorden van Paraguay en we moeten zien dat we op tijd voedsel en brandstof inslaan want in het noorden is er niets meer te vinden. We opteren om via de oostkant te rijden omdat er in het weekend een rally georganiseerd wordt in het westen en de weg overvol zal zijn met deelnemers die hun wagen zo snel mogelijk naar de startplaats willen brengen. In de late namiddag zijn we in Santa Rosa waar de vader van onze vriendelijke garagist woont en we besluiten op het aanbod om daar te overnachten in te gaan. We worden er hartelijk ontvangen en slapen in alle rust op de oever van de rivier. Vroeg in de morgen zetten we onze weg naar het noorden verder.  Het is een saaie bedoening op deze kaarsrechte asfaltweg tot we de afslag nemen naar de ferry die ons over de rivier Paraguay moet brengen. De baan door het dorp is onverhard en kapotgereden door de vele vrachtwagens die het vee naar Asuncion brengen. We overnachten in de voortuin van een zeer gastvrije familie. Beto heeft ons bij het vertrek in Asuncion op het hart gedrukt te stoppen bij regen en het regent als we de ferry verlaten in Puerto Casado, maar we rijden toch door. Stoppen op die weg is trouwens niet mogelijk, er is gewoon geen plaats naast de weg.  Het wegdek wordt iets beter maar dan komt er heel veel regen. We kunnen net tot aan de politiepost rijden en op 195 km van ons doel en daar is de weg afgesloten.  Het regent en hagelt en niemand mag verder rijden, iedereen moet wachten tot de wegen terug droog zijn. Wij kamperen naast het politiegebouw. De kleine parking voor het kantoor geraakt stilaan vol met reizigers die hier moeten overnachten en een van hen is een sympathieke Paraguyaanse dokter met vrouw en twee kleine kindjes, zij overnachten op matrassen in het politiegebouw. De gehele nacht blijft het regenen. ’s Morgens hangt er een dood hert aan de haak bij de politieman, per ongeluk aangereden, zegt hij, door een man wiens auto geen spoor van bloed noch deuk vertoont. In ieder geval een aantal dagen lekker vlees voor de politieman. De zon komt er door en om 11h wordt het sein gegeven dat de weg droog genoeg is voor wagens. Wij mogen ook verder, maar dat valt erg tegen. De tsjolbak gaat voortdurend slippen in de modder en na een goed uur glijden we van de weg af in de greppel, hoe we ook proberen eruit te geraken, niets helpt. Gelukkig duurt het niet lang voor een andere auto ons pad kruist en de bestuurder voorstelt ons terug op de rijbaan te trekken, dat gaat niet zonder slag of stoot want onze trekkabel breekt tot tweemaal toe. Een les hebben we geleerd: als camions geen fiat krijgen om verder te rijden, blijven we ook staan. Onze 4-tonner gedraagt zich niet als een lichtgewicht pick-up. Die dag geraken we tot Toro Pampa en kunnen we een laatste keer tanken en nog wat inkopen doen, betalen kan met Maestro. Er is ook wifi. We overnachten op de parking van het benzinestation. De laatste 95 km naar Bahia Negra gaan vlot. Het dorp is mooi gelegen aan de oever van de rivier Paraguay. Fruit en groenten zijn niet te verkrijgen, want over de weg is het dorp aartsmoeilijk te bereiken. De weinige toeristen die hier komen nemen het vliegtuig. De uitzondering zijn twee rare Belgen!

We kunnen binnen het domein van de militaire basis kamperen, mogen een toilet en een douche gebruiken.  De commandant drukt ons op het hart dat we zeker geen foto’s mogen maken maar voor de rest kunnen we overal vrij rondlopen om te zien hoe hachelijk de huisvesting van de militairen is. ’s Avonds is er een mooie zonsondergang en volle maan. We hebben een reservatie voor vier nachten in het natuurreservaat Tres Gigantes en ze zullen ons komen halen met een boot. Het reservaat wordt zo genoemd omdat het de enige plaats is waar drie reuzen voorkomen: de reuze-otter, het reuze schubdier en de reuze miereneter.  Eerst wordt ons beloofd dat we om 15h zullen worden opgehaald, dan pas de volgende morgen om 8h, uiteindelijk vertrekken we toch op 4 oktober om 17h. We maken kennis met Gabriel, een sympathieke wereldburger en bioloog van Duitse origine, die als vrijwilliger werkt in het reservaat. De boottocht duurt 45 minuten en kost meer dan de vlucht Asuncion-Bahia Negra. Op onze vraag hoe dat komt krijgen we wat vage uitleg over brandstof voor de boot en opbrengst voor het reservaat. Net voor het donker kunnen we onze tent opzetten. Het meegebracht proviand kan in een koelkast en er is een keuken om onze maaltijd te bereiden.. De lodge is zeer goed uitgerust en draait volledig op zonne-energie alles werkt op 220 Volt.
Zodra de zon ondergaat en we onze tent opzoeken worden we overvallen door muggen die door onze kleren prikken. Het enige wat helpt is volledig insmeren met anti-insect met 50% DEET . Het wordt een weinig comfortabele nacht in de tent, maar we overleven. De symfonie van dierengeluiden, kikkers, insecten, nachtvogels is wel een unieke sensatie. De volgende dagen nemen we toch maar een kamer met ventilator en eigen badkamer, het experiment slapen in de tent is opgeschort!  Het wordt de volgende dagen erg warm, tot 38°C. De dagen zijn goed gevuld met kanoën en wandelen. De diversiteit en kwantiteit aan vogels is overweldigend. Brulapen  geven ’s morgens een oorverdovend lawaai. Krokodillen blijven roerloos liggen als we langsvaren met de kano. Van de reuzen ziet Michel enkel op een morgen zes reuze-otters voorbijzwemmen, het fototoestel ligt spijtig genoeg niet binnen handbereik. Van de jaguar en puma zien we enkel pootsporen, 1 km van onze tent. Twee maal worden we ’s avonds verwend door de manager, hij maakt vis klaar op de barbecue, een welkome afwisseling in ons normale vleesmenu. 5 km stroomafwaarts bezoeken we een moestuinproject, waar groenten en fruit kunnen worden bekomen in ruil voor andere levensmiddelen. Op maandagmorgen verlaten we het paradijselijk oord, laden alles terug in de tsjolbak en rijden richting Filadelfia, een van de Mennonieten steden in Paraguay. Het is opnieuw moordend heet en de weg is niet verhard, stoffig, hobbelig  en saai. We kamperen weer in Toto Pampa en onze airco doet ’s avonds en ’s nachts goed dienst want de temperatuur zakt met moeite onder de 30° ’. Na de vermoeiende dagen zijn we toe aan enkele dagen rust. We vinden een camping met zwembad, we delen de camping met een koppel Belgen uit  Brugge. Koen en Heidie zijn doorwinterde reizigers met heel veel verhalen en ’s avonds bij de aperitief worden er veel ervaringen uitgewisseld. Na twee dagen gaan zij opnieuw op pad, wij blijven nog een paar dagen.

foto’s Alto Paraguay

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑