Zoeken

tsjolbak

Op reis met Roos en Michel

Maand

februari 2020

EEN ANDERE WERELD  5/2 – 20/2/2020

De Galapagos eilanden liggen in de Stille Oceaan op de evenaar op 1000 km van het vasteland. Er zijn 13 relatief grote eilanden en 6 kleine. Vijf ervan zijn bewoond. De helft van de inwoners leeft in Puerto Ayora op het eiland Santa Cruz. Omdat de eilanden zo geïsoleerd zijn van het vasteland leven er diersoorten en groeien er planten en bomen die nergens anders ter wereld voorkomen. Deze eilanden en zijn andere zeereizen met de Beagle in Zuid-Amerika van 1831 tot 1836 inspireerden Darwin, die hier in 1835 vijf weken verbleef, tot het schrijven van “The Origin of Species”, de evolutietheorie. Met hoge verwachtingen landen we op Baltra, de enige ecologische luchthaven, koolstofvrij, in Ecuador. Er zijn windmolens en de bus die ons naar het kanaal van Itabaca brengt is Euroklasse 5.  Het vulkanisch landschap is uniek. Om de haverklap moet de chauffeur stoppen of uitwijken voor kleurrijkeBaltra (3)

landleguanen die hier endemisch zijn en geen schrik hebben van mensen en auto’s. Ons hotel ligt midden in de stad Puerto Oroya de hoofdstad van het eiland Santa Cruz. Alle transport gebeurt hier met boottaxis van grote schepen naar de wal en op het land met pick ups van alle merken. Om zes uur in de namiddag zien we Peter en Sigi, onze vrienden die hier aangemeerd liggen met de zeilboot Alii Kai, waarmee wij ook zullen varen. Het weerzien, na meer dan een jaar, is zeer hartelijk en we maken ook een geruststellend praatje met de Duitse schipper. De volgende dag is goed gevuld, we bezoeken het Darwin researchcentrum, waar we veel te weten komen over landschildpadden. Er zijn veel hoge endemische cactusbomen. ‘s Namiddags nemen we de ferry naar San Cristobal waar we drie dagen zullen blijven. Ondertussen weten we dat het zeer moeilijk is om iets op eigen houtje te doen. Behalve voor bepaalde snorkelplaatsen moet je voor alles een georganiseerde tour boeken en cash betalen met harde dollars. De informatie die we krijgen over duiken is weinig hoopgevend. Het is superduur en omdat we ouder zijn dan 60 hebben we een medisch attest nodig. Het hotel valt reuze mee en de eigenaar helpt ons om de dagen maximaal te vullen. De Playa Man is dichtbij, goed voor een eerste snorkelervaring. De volgende dag maken we een boottocht rond het eiland, aan de eerste snorkelplaats zien we parende haaien. Het mannetje bijt zich vast in de nek van het wijfje en zwemt naast haar en omdat hij over twee penissen beschikt kan hij haar zowel van rechts of links bevruchten. Op Kicker Rock, een befaamde duikplaats, is de zichtbaarheid niet goed, daarbij zijn er te veel groepen zodat we meer boven dan onder water moeten kijken om onze gids niet uit het oog te verliezen. Voor we de ferry nemen terug naar Santa Cruz maken we een mooie wandeling langs het strand naar Tijeretas, we snorkelen in helder water met veel vissen, Roos ziet een rog. De volgende dag hebben we afspraak met Jens, de schipper, om 6h ’s morgens. Op de catamaran zijn nog twee Duitse passagiers, Julian en Christian. We vertrekken een uur later uit de haven en zeilen met mooi weer en een goede wind naar Isla Isabela, waar we aankomen omstreeks 16.30h. Sigi en Peter komen langs voor het avondmaal, vakkundig bereid door AiAi, de Filipijnse vriendin van Jens. Jens heeft twee fietsen aan boord en de volgende dag brengen we die per taxiboot naar de haven om van daaruit een aangename fietstocht te maken naar Muro de Lagrimas, gebouwd met lava stenen door gevangenen in barre omstandigheden in 1946. Onderweg zien we landschildpadden. De gevangenis sloot in 1959 maar die ene muur staat er als een herinnering aan deze minder fraaie episode in de geschiedenis van het eiland.  Op de terugweg heeft Michel een lekke band en moet hij 4 km stappen met de fiets aan de hand in de hete middagzon. Gelukkig vinden we na het middageten een plaats op het strand in de schaduw, een plons in de zee geeft ons energieniveau een boost en we gaan er weer tegenaan. Ondertussen wordt de fiets hersteld en zit de dag er bijna op.  Toevallig komen we het Frans koppel, die ontmoetten in het vorig hotel. Zij hebben duiken kunnen boeken zonder dat er een medisch attest werd gevraagd. Na overleg met dokter Elke in België boeken we ook een tocht met twee duiken elk. Een mooie wandeling langs vijvers, waar flamingo’s en andere watervogels te zien zijn, leidt naar de Crianza de Tortugas.naar Muro (4) Er zijn schildpadden in alle formaten, ze knabbelen luidruchtig aan de palmstengels en maken ruzie over het beste stukje. De schildpadden worden er gekweekt om ze later uit te zetten op de andere eilanden. Op een kajaktocht naar Tintoreras zien we Galapagos pinguïns en duiken de pelikanen rakelings naast ons de zee in. Een pijlstaartrog zwemt onder de kajaks als we uitstappen om te snorkelen. Opletten, zegt de gids, een steek van zo’n rog verlamt onmiddellijk de spieren van het getroffen ledemaat. Op valentijnsdag gaan we duiken naar Isla Tortuga (luchtfoto geplukt van internet) tussen de uitlopers van een vulkaan. Onze vorige duik dateert van november 2018, helemaal gerust dat alles goed zal gaan, zijn we niet. De duiken zijn echter niet diep en worden goed begeleid. We zien haaien, waaronder een groot exemplaar, een hele

hamerhaai galapagos

familie hamerhaaien, zeeschildpadden en massa’s tropische vissen.

In de verte zwemt een mantarog. De foto van de hamerhaai is afkomstig van het duikcentrum Isla Bella. De uitbaters, Fabienne en Harry, zijn zeer vriendelijk en spreken Spaans, Frans en Engels, Harry zelfs wat Duits. De volgende dag nemen we een halve dag rust. In de namiddag brengen we de fietsen terug aan boord en de volgende morgen verlaten we Isla Isabela, er is geen wind en we varen grotendeels op motor. We slapen voor de achtste keer en laatste keer een nacht als rozen (!) op de boot, gewiegd door de deining van de zee. Het leven op een zeilboot is bijzonder, constant een zicht van 360° en altijd frisser dan aan wal. Nog drie dagen blijven we in Santa Cruz in een hostal waar we zelf kunnen koken. Michel maakt er tweemaal de endemische roze brujo (schorpioenvis) klaar in de oven. Het vlees ervan is wit en de smaak doet denken aan kreeft, heerlijk! We bezoeken er enkele befaamde stranden en doen een interessante boottocht in de baai, we zien onder andere een poel die bij hoog water volloopt, waar jonge haaien ronddartelen, jonge witte spitskophaaien liggen stil te slapen, de enige haaiensoort die niet constant moet zwemmen. Onze laatste avond op Galapagos belanden we in een sushirestaurant; nog nooit aten we zo lekkere sushigerechten, we moeten onze mening dat die meestal wat smaakloos zijn herzien. sushi

Onze terugvlucht naar het vasteland van Ecuador verloopt vlekkeloos en stipt. Op 20 februari slapen we terug in de tsjolbak. De volgende morgen regent het, na 15 dagen zonder neerslag.

ANOTHER WORLD 5/2 – 20/2/2020

The Galapagos Islands are located in the Pacific Ocean at the equator 1,000 km from the mainland. There are 13 relatively large islands and 6 small ones. Five of them are inhabited. Half of the inhabitants live in Puerto Ayora on the island of Santa Cruz. Because the islands are so isolated from the mainland, animal species live here and plants and trees are growing that are found nowhere else in the world. These islands and his other sea voyages with the Beagle in South America from 1831 to 1836 inspired Darwin, who stayed here for five weeks in 1835, to write “The Origin of Species”, the theory of evolution. With high expectations we land on Baltra, the only ecological airport, carbon-free, in Ecuador. There are windmills and the bus that takes us to the Itabaca canal is Euroclass 5.  The volcanic landscape is unique. Every once in a while, the driver has to stop to avoid driving over colourful land iguanas that are endemic here and have no fear of people and cars. Our hotel is located in the middle of the city of Puerto Oroya, the capital of the island of Santa Cruz. All transport is done here with boat taxis from large ships to shore and on land with pick ups of all brands. At six o’clock in the afternoon we see Peter and Sigi, our friends who are docked here with the sailboat Alii Kai, with which we will also sail. Seeing them again, after more than a year, is very cordial and we also have a reassuring chat with the German skipper. The next day is very busy, we visit the Darwin research centre, where we learn a lot about land tortoises. There are many high endemic cactus trees. In the afternoon we take the ferry to San Cristobal where we will stay for three days. In the meantime, we know that it is very difficult to do something on our own. Except for certain snorkeling places, you have to book an organized tour and pay cash with hard dollars for everything. The information we get about diving does not give us much hope. It is super-expensive and because we are over 60 we need a medical certificate. The hotel is very good and the owner helps us to fill our days to the maximum. The Playa Man is close, good for a first snorkel. The next day we take a boat trip around the island, at the first snorkeling place we see mating sharks. The male bites himself firmly in the female’s neck and swims beside her and because he has two penises he can fertilize her either from the right or left. At Kicker Rock, a famous dive site, the visibility is not good, there are too many people and we have to look more above than under water so as not to lose sight of our guide. Before we take the ferry back to Santa Cruz we take a nice walk along the beach to Tijeretas, we snorkel in clear water with lots of fish, Rose sees a ray. The next day we have an appointment with Jens, the skipper, at 6h in the morning. On the catamaran there are two more German passengers, Julian and Christian. We leave the harbour an hour later and sail with nice weather and a good wind to Isla Isabela, where we arrive around 4.30pm. Sigi and Peter join us for dinner, well prepared by AiAi, Jens’ Filipino girlfriend. Jens has two bikes on board and the next day we take them by taxi boat to the port to make a pleasant bike ride to Muro de Lagrimas, built with lava stones by prisoners in harsh conditions in 1946. Along the way, we see land turtles. The prison closed in 1959, but that one wall stands there as a reminder of this bad episode in the island’s history.  On the way back Michels bike has a flat tyre and he has to walk 4 km in the hot afternoon sun. Fortunately, after lunch we find a place on the beach in the shade, a splash in the sea gives our energy level a boost. Meanwhile, the bike is repaired and the day is almost over.  By coincidence we see the French couple, whom we met in the hotel in San Cristobal. They were able to book dives without requiring a medical certificate. After consultation with Doctor Elke in Belgium we also book a trip with two dives each. A nice walk along ponds, where flamingos and other waterbirds can be seen, leads to the Crianza de Tortugas. There are turtles in all sizes, they nibble loudly on the palm stems and argue about the best bit. The turtles are grown there to bring them later to the other islands. On a kayak trip to Tintoreras we see Galapagos penguins and  pelicans dive straight into the sea next to us. A stingray swims under the kayaks as we get off to snorkel. Pay attention, says the guide, a sting of such a ray immediately paralyzes the muscles of the affected limb. On Valentine’s day we go diving to Isla Tortuga (aerial photo plucked from the internet) at the foot of a volcano. Our previous dive dates all the way back to November 2018, we are not sure all will go well. However, the dives are not deep and are well supervised. We see sharks, including a large specimen, a whole family of hammerhead sharks, sea turtles and masses of tropical fish. In the distant swims a manta. The picture of the hammerhead shark comes from the Isla Bella dive centre. The operators, Fabienne and Harry, are very friendly and speak Spanish, French and English, Harry also some German. The next day we take half a day’s rest. In the afternoon we bring the bikes back on board and the next morning we leave Isla Isabela, there is no wind and we are sailing mostly by motor. We sleep for the eighth and last time a night like roses (!) on the boat, cradled by the swell of the sea. Life on a sailboat is special, constantly a view of 360° and always fresher than ashore. Three more days we stay in Santa Cruz in a hostal where we can cook ourselves. Michel prepares twice the endemic pink brujo (scorpion fish) in the oven. Its meat is white and the taste is reminiscent of lobster, delicious! We visit some famous beaches and do an interesting boat trip in the bay, where we see a pool that runs full at high tide, young sharks frolic around, small white tipped sharks are sleeping on the bottom, the only shark species which do not constantly have to swim. On our last evening on Galapagos we end up in a sushi restaurant. We never ate such tasty sushi dishes, we need to reconsider our idea that they are usually a bit tasteless.

Our return flight to mainland Ecuador is flawless and punctual. On February 20th we sleep again in the tsjolbak. The next morning it rains, after 15 days without rainfall.

Foto’s: Galapagos 2020

 

Foto’s: PARADIJSELIJKE RONDRIT IN ECUADOR 12/1 – 4/2/2020

PARADIJSELIJKE RONDRIT IN ECUADOR 12/1 – 4/2/2020

In Canoa kiezen we voor de camping Sundown en die heeft zijn naam niet gestolen. We bewonderen de ondergaande zon, genieten van de tropische temperaturen in en uit het water en degusteren er een exotische vrucht, de pitahaya roja gran, uiterst lekker en bijzonder van kleur aan de buitenkant. Michel heeft het alweer moeilijk met de gedachte dat hij de Sundown strandcamping zal moeten verlaten. De zesde nacht regent het echter zo erg dat we wel verplicht zijn om ons kamp op te breken. Al het water van de grote parking loopt onder de auto en doordat Michel een paar grachtjes maakt kunnen we nog net onder de luifel zitten, het regenwater komt van alle kanten. Al het materieel dat buiten stond tijdens de nacht zit onder de modder en het opbreken duurt langer dan normaal. De volgende camping zal de meest noordelijke zijn van deze reis. Na een zeer mooie rit tussen weelderige tropische plantengroei, waarbij we de evenaar oversteken in de regen, arriveren we om half zes op de camping Playa Escondida. We zijn onmiddellijk enthousiast over de inrichting, de camping is een onderdeel van een lodge en ligt op een strand tussen twee kliffen en mangroves. Dit is een echte camping met voorzieningen voor de kampeerders. Er zijn verschillende aansluitpunten om elektriciteit te nemen, douches en composttoiletten zijn voorzien. We zijn de enige kampeerders en hoeven onze luifel niet te gebruiken want er is een groot afdak met een stevige tafel en dito banken. De afstand van onze camper tot de nogal woeste zee is 50 m. Dankzij onze Solbio toiletvloeistof die 100% natuurlijk is kunnen we ons zwartwater ook kwijt in de composttoiletten. Op het strand krioelt het van ijverige heremietkreeftjes, ook kleurrijke krabben kruipen af en toe eens uit hun hol. In de boom boven ons probeert een leguaan nesten te bereiken om vogeljongen of eieren te bemachtigen. Op een takje zit een kleurrijke rups. ’s Morgens zien we opnieuw schildpadjes, die net uit het ei zijn gebroken, de geweldige inspanning leveren om de zee te bereiken. Er vallen zeker slachtoffers want de pelikanen vliegen speurend voorbij. Spijtig genoeg regent het elke dag en na drie dagen keren we terug naar het zuidelijk halfrond. We houden halt in Cojimies aan een riviermonding en uitgestrekt strand, maar opnieuw regent het. Een ritje met een open taximotor naar een wasserij is een koude bedoening in onze T-shirts en shorts. Wie verwacht te bibberen aan de evenaar? Dit moet de meest arme streek zijn die we bezochten dit jaar, in 2016 was hier een zware aardbeving en de mensen zijn die nog niet helemaal te boven gekomen. Verder naar het zuiden regent het veel minder. We gaan nog eventjes bij Juan Carlos in Canao langs van waaruit we een bezoek brengen aan Isla de Corazon. Een tocht met kano en motorboot door en langs het mangrove-eiland biedt een zicht op een massa aalscholvers, pelikanen en fregatvogels. In het kamp van de rangers proberen ze een gewonde schildpad te redden, ze is geraakt door een bootschroef en een deel van de schedel is verbrijzeld, toch denken de rangers dat ze te redden is in een opvangcentrum in Machallila, drie uur rijden van Isla de Corazon. Daarna eten we samen met de gids, zijn familie en twee rangers scampisoep, gebakken vis met rijst, plataan en een groentensla. ’s Nachts regent het alweer. In Montecristi bewonderen we de legendarische strohoeden die hier sedert eeuwen worden gemaakt, ze zijn erkend door Unesco als wereldarfgoed. Verder naar het zuiden houden we een nacht halt in hotel Iguana in het toeristische Ayampe. We zoeken en vinden opnieuw een kampeerplaats op het strand aan hostal Virginia, waar we vier dagen genieten van zon en zee, lekkere vis en alweer schitterende zonsondergangen. Omdat de elektriciteitsspanning zo onstabiel is wil Michel een apparaat kopen om de schommelingen van de stroomvoorziening op te vangen. Het is zaterdagnamiddag en veel zaken zijn gesloten als we in La Libertad aankomen. Noodgedwongen gaan we terug naar hotel Farollon Dillon, waar we, tot onze grote verassing, Denise en Dominique opnieuw ontmoeten, die net terug zijn van hun trip naar Galapagos. Op maandag vinden we een apparaat dat de elektrische spanning controleert en we zetten onze tocht naar het zuiden langs de kust verder. Een geschikte plaats vinden om te kamperen blijft moeilijk, we bezoeken twee plaatsen waar ze ons niet willen, er zit niets anders op dan naar Playas te rijden en zelf op exploratie te gaan. Michel spreekt in het shoppingcentrum een man aan die hem aanraadt hostal Los Picos op te zoeken, wat we doen. Van de vriendelijke eigenaar krijgen we toestemming om op zijn ruime beach parking te staan. Er zijn douches, een toilet en een klein zwembad. Zijn zoon, Alfredo, spreekt uitstekend Engels. In het weekend is er volk maar op weekdagen hebben we alles voor ons alleen. Op een van de ochtenden vinden we een dode schildpad op het strand, met verminkte kop, allicht door de schroef van een boot, een treurig zicht. Een bezoek aan El Morro en de mangrove van de Rio de Horno per boot levert prachtige beelden op van exotische fregatvogels, roze lepelaars, grote witte reigers en pelikanen. Maar de grote attractie zijn toch de dolfijnen, die naast het bootje uit het water springen. In een eenvoudig restaurant aan de pier eten we een fantastische krabsoep, volgens onze gids kan je nergens betere vinden. In de late namiddag vinden we een kampeerplaats in een groot complex van sportterreinen, zwembad en restaurants. Het is zondag, het regent en er is een massa volk, na zeven uur is het stil.

Ondertussen hebben we een vlucht naar de Galapagos eilanden geboekt op 5 februari vanuit Guayaquil. Sigi en Peter hebben ons in contact gebracht met een Duitse eigenaar van een catamaran die daar zeiltochten organiseert. Zij gaan een week eerder dan wij. Voor we inschepen zullen we nog enkele dagen op twee van de eilanden in hotels verblijven. Het is een dure onderneming maar het is voor ons altijd al een droom geweest om enkele dagen op de Galapagos door te brengen en we hebben nu de kans om onze droom waar te maken.

ROUND TOUR IN PARADISE OF ECUADOR 12/1 – 4/2/2020

In Canoa we opt for the Sundown campsite, which name is well chosen. We admire the sunset, enjoy the tropical temperatures in and out of the water and taste an exotic fruit, the pitahaya roja gran, extremely tasty and special in color inside and outside. Michel is struggling again with the idea that he will have to leave the Sundown beach campground. However, it is raining so badly on the sixth night that we are obliged to break up our camp. All the water from the large parking runs under the car and after Michel makes a few canals, it is only dry under the canopy, the rain  comes from all sides. All the equipment that stood outside during the night is covered with mud and breaking up takes longer than usual. The next campsite will be the northernmost of this trip. After a very nice drive between lush tropical vegetation, crossing the equator in the rain, we arrive at the Playa Escondida campsite at half past five. We are  enthusiastic about the design, the campsite is part of a lodge and is located on a beach between two cliffs and mangroves. This is a real campsite with facilities for campers. There are various connection points for taking electricity, showers and compost toilets are provided. We are the only campers and do not have to use our awning because there is a large roof with a sturdy table and ditto benches. The distance from our camper to the rather rough sea is 50 m. Thanks to our Solbio toilet fluid that is 100% natural, we can also put our black water in the compost toilets. On the beach lots of hermit crabs crawl around, colourful crabs occasionally crawl out of their hole. In the tree above us, an iguana tries to reach bird nests to steal eggs. A colourful caterpillar sits on a branch. In the morning we see baby turtles again, broken out of the egg, making the tremendous effort to reach the sea. Certainly there are casualties because the pelicans are watching. Unfortunately it rains every day and after three days we return to the southern hemisphere. We stop in Cojimies at a river mouth and vast beach, but it is raining again. A ride with an open taxi motor to a laundry is a cold event in T-shirts and shorts. Who expects to shiver at the equator? This must be the poorest region we visited this year, there was a major earthquake here in 2016 and the people have not fully recovered yet. Further south it rains much less. We visit Juan Carlos in Canao for once again, from there we visit Isla de Corazon. A trip by canoe and motor boat through and along the mangrove island offers a view of a multitude of cormorants, pelicans and frigate birds. In the camp of the rangers they try to rescue an injured turtle, it was hit by a boat propeller and a part of the skull is crushed, yet the rangers think that it can be cured in a shelter in Machallila, three hours drive from Isla de Corazon. After the boat trip we have lunch with the guide, his family and two rangers first scampi soup and then fried fish with rice, platanas and a vegetable salad. It is raining again at night. In Montecristi we admire the legendary straw hats that have been made here for centuries, they have been recognized by Unesco as world heritage. Further south we stop for one night at the hotel Iguana in touristy Ayampe. We look for and find another campsite on the beach at hostal Virginia, where we enjoy sun and sea, tasty fish and again beautiful sunsets for four days. Because the electricity voltage is so unstable, Michel wants to buy a device to cope with the fluctuations in the power supply. It is Saturday afternoon and many shops are closed when we arrive in La Libertad. We are forced to return to hotel Farollon Dillon, where, to our great surprise, we meet Denise and Dominique again who have just returned from their trip to Galapagos. On Monday we find a device that monitors the electrical voltage and we continue our journey south along the coast. Finding a suitable place to camp remains difficult, we visit two places where they do not want us, there is no alternative but to drive to Playas and explore ourselves. Michel talks to a man in the shopping center who advises him to visit hostal Los Picos, we follow his advice. The friendly owner gives us permission to camp on his spacious beach parking. There are showers, a toilet and a small swimming pool. His son, Alfredo, speaks excellent English. At the weekend there are people but on weekdays we have everything to ourselves. On one of the mornings we find a dead turtle on the beach, with a mutilated head, probably due to the propeller of a boat, a sad sight. A visit to El Morro and the mangrove of the Rio de Horno by boat yields beautiful images of exotic frigate birds, pink spoonbills, great white herons and pelicans. But the big attraction are the dolphins, who jump out of the water next to the boat. In a simple restaurant on the pier we eat a fantastic crab soup, according to our guide you cannot find better anywhere. In the late afternoon we reach a camping place in a large complex of sports grounds, swimming pool and restaurants. It is Sunday, it is raining and there it is crowded, after seven it is quiet.

Meanwhile, we have booked a flight to the Galapagos Islands on February 5 from Guayaquil. Sigi and Peter brought us into contact with a German owner of a catamaran who organizes sailing trips there. They go a week earlier than we do. Before we board, we will stay in hotels on two of the islands for a few days. It is an expensive event but it has always been our dream to spend a few days in the Galapagos and now we  have the opportunity to make our dream come true.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑