Omdat we geen bevestiging ontvangen dat we tot 24 december in Peru mogen blijven brengen we in Lima nog een bezoek aan het hoofdkantoor van SUNAT, de douane van Peru. We krijgen de zekerheid dat onze tijdelijke importvergunning wordt verlengd. Opgelucht verlaten we het kantoor en maken van de gelegenheid gebruik om boodschappen te doen en per taxi terug te gaan naar onze tsjolbak in het vakantiedorp, in het hoogseizoen zijn er tot 3000 personen aanwezig, nu 2 koppels. Na een tiental minuten vraagt Roos waar de GSM van Michel is en beseffen we allebei dat we hem vergeten zijn in de taxi. Bellen naar Michels nummer levert niets op, ook de SMS dat we de identiteit van de taxichauffeur kennen omdat zijn ID en nummerplaat werd geregistreerd door de bewakingsagenten, levert niets op er wordt ons aangeraden naar de politie te gaan voor een aangifte. Jammer genoeg wil geen enkele taxi ons naar het commissariaat brengen wegens te gevaarlijk ’s avonds in het donker. Heel vroeg in de morgen gaan we ‘s anderdaags op pad met een behulpzame chauffeur die wel oren heeft naar ons verhaal, hij werkt normaal als rij-instructeur maar heeft die dag geen werk. De rit naar het commissariaat in de benedenstad geeft ons een ander beeld van Lima, de buitenwijken zijn vuil en de huizen armoedig. Op het commissariaat rolt er op een minimum van tijd een A4 blad uit met al de gegevens van de taxichauffeur. De man woont echter in een ander district en de politie verwijst ons naar het commissariaat aldaar. Daar zegt men dat er niet echt van diefstal sprake is omdat Michel tenslotte zijn GSM vergeten is in de taxi. Een jonge energieke inspecteur gooit zich op de zaak en binnen de vijf minuten weet hij waar de GSM zich bevindt, dank zij het googleaccount van Michel. Op hetzelfde moment krijgt Roos een antwoord in WhatsApp op het bericht van de vorige avond van een vrouw die beweert de GSM te hebben gevonden. De inspecteur contacteert de vrouw en anderhalf uur later en mits het betalen van een beloning aan de eerlijke vindster is de zaak opgelost, of toch gedeeltelijk. De vrouw had de GSM meegenomen maar de oplaadkabel niet en deze beschikt over een Type C USB-poort die we nergens vinden. De aankoop van de nieuwe telefoon is snel geregeld en we zullen wachten tot we weer in België zijn om de outdoor telefoon te gebruiken. Enkele dagen later vinden we dan toch een kabel die, mits een paar aanpassingen, bruikbaar is.
De reis langs de kust verloop vlot, we houden vier dagen halt bij Las Aldas Guesthouse, aan een mooi strand. We genieten er van schitterende zonsondergangen en van verse vis. In Trujillo, een mooie stad met prachtige koloniale gebouwen en huizen, zetten we de archeologische activiteiten verder. De bezoeken aan de tempels van de zon en de maan gebouwd door de Moche stimuleren onze belangstelling voor andere sites. Omdat de afstand, 600 km, en vooral de tijd die we nodig hebben om daar te geraken ons programma op zijn kop zou zetten, boeken we een georganiseerde busreis naar Chachapoyas. Vertrek op zondag om 16h30 en aankomst om 7h00 maandagmorgen, snel ontbijt in een klein hotelletje en dan naar Kuelap, een busreisje van ongeveer 2 uur. Met een splinternieuwe kabelbaan gaan we van 2335m naar 3100m over groene valleien naar de stad Kuelap omringd door dikke muren van 20m hoog, gebouwd door de Chachapoyas zo’n duizend jaar geleden. Voor Michel eindigt de wandeling hier vanwege te veel pijn in de knieën. Van de ronde huizen is enkel nog een onderste deel te zien. Als we ’s avonds in het hotel een warme douche willen nemen lukt dat niet al te best. Van de hotelhoudster krijgen we volgend advies “When he bathes, he only turns on once and the solid key no longer moves, the hot water will run”. Bij navraag blijkt dat we eerst de koude waterkraan moeten opendraaien en dan pas de rode kraan! De volgende dag bezoeken we de cavernas Quioctas, een grot van 3 km lang met wonderlijke stalagmieten. De bodem is modderig met veel plassen. Rubberlaarzen en sterke lampen zijn onontbeerlijk en de gids duidt aan welk pad je moet nemen om niet uit te glijden. Een stukje verder kunnen we de sarcofagen van Karajia bewonderen, hoog op de berghelling. We keren laat en in het donker terug. Gelukkig vertrekken we de volgende morgen iets later naar de waterval van Gocta, met 771m de vierde hoogste ter wereld. Roos vangt de lange wandeling naar de voet van de waterval aan, maar geeft na 4 km op. Haar beenspieren zijn door de vele trappen de laatste drie dagen volledig verstijfd en ze wil het tempo voor de andere klimmers niet afremmen. Om 19.30 vangt de lange terugreis naar Trujillo met de bus aan. We kunnen allebei behoorlijk slapen. Ter taxi gaan we naar onze tsjolbak, die blijven staan is op de parking van een hotel. Voor we de stad verlaten bezoeken we het tempelcomplex van Chan Chan, mogelijk de grootste adobestad ter wereld. Het museum met de koninklijke graven van Sipan in Lambayeque beklijft ongelooflijk: schitterende gouden, zilveren en aardewerken artefacten. We kijken onze ogen uit maar mogen geen foto’s nemen. Onze archeologische interesses zijn nu bevredigd en we zoeken de zee op: mooie stranden vinden we in Mancora en Zorritos. Eindelijk is het ’s morgens en ’s avonds warm. Onze laatste dagen in Peru nemen we strandvakantie. Het warme zwembadwater laat toe ’s morgens voor het ontbijt te zwemmen, een luxe die we drie maanden moesten ontberen. Op 22 december zullen we Peru verlaten.
Recente reacties