Zoeken

tsjolbak

Op reis met Roos en Michel

Maand

oktober 2018

Pearls in Chapada Diamantina 12/10 – 24/10/2018

We drive on a good asphalt road from Mucugê to Ibicoara, there we look for camping Refugio FX, we have no precise coordinates and get lost. We see beautiful landscapes, ride on bumpy dirt roads and repeatedly ask for directions. Finally, there is a helpful motorcyclist who leads us to the place. Completely hidden amidst banana trees and other plants we find the Refugio. There is wifi and electricity and, surprisingly, someone who speaks French, Fernanda. She has worked for several years as a dancer and teacher in France and in Ghent. She organizes for us a trip to the Cachoeira do Buracao with a guide, first 20 km with her car, then an easy walk to the top of the waterfall, where we catch a glimpse of the crashing water. To see the waterfall in all its splendor we have to climb down over stairs, rocks and stones. When we are finally down, we get a life jacket and can swim up to the foot of the waterfall together with dozens of other people. The waterfall is magnificent, a present for us to celebrate the thirtieth anniversary of our first meeting! We picnic on the rocks with a view on the waterfall and then go back to the top, a frighteningly deep gorge. On the way back we swim in a pool at the foot of a mini waterfall, very refreshing. We ask later, as a joke, at the box office whether we get a reduction because we were unquestionably the two oldest visitors that day, but the answer is no. Fernanda knows something about the Belgian beer culture and takes us to an artisan brewery, the beer tastes great in the tropical garden. The next day we return to our familiar campsite in Mucugê. Michel starts to worry seriously about the grinding noise that the tjsolbak makes on uneven slopes. He asks a mechanic to walk next to the car while driving, but the cause is not found. That does not prevent us from visiting Igatu, an old diamond village, we descend from 1000 meters to 300 m, the camper makes terrible noises on the very uneven stony road,  when we drive over asphalt to Fazenda Marimbus it gets better. The campsite there is closed but the owner lets us stay overnight next to the river Saô Antonio,  3km deep in the forest. The temperature at night does not go below 27 ° C. Since there is no electricity, our generator has to keep the air conditioning running. The next day we make a quiet guided canoe trip on the wide river with many meanders. The banks are covered with large papyruses. Michel throws his fishing line in the water but fishes do not bite, even when our guide hangs small shrimps on the hooks. Teasingly fishes jump to the surface, a good thing we do not need fish to survive. On our way to the north of Chapada we stop again in Mucugê. While Michel is repairing the broken waste water tank, Roos and a group of other campers visit a strawberry farm, coffee fields and a cave with prehistoric drawings. In the evening a nice barbecue is organized with all campers and it turns out that the Brazilians can compete with the Belgians as bon vivants. The following day is the final farewell to the owners of the campsite, Rubens and Manu, fantastic people who helped us to find all those pearls in the south of the Chapada Diamantina. Olho do Agua is our next destination, another wonderful place at a crystal clear pond. We are 3 km away from the civilized world and when the day trippers are gone it is wonderfully quiet. We go swimming at 6 o’clock, during the day it is 38 ° C and we enjoy the fresh water to the fullest. We see a huge amount of small fishes when snorkelling. 5 km further is another pearl, the Poco Azul, a real tourist attraction. At the bottom of  a large cave there is an azure blue pool in which we snorkel. Only 10 people are admitted at the same time and the stay is limited to 15 minutes. It is spectacular. We take lunch in a self-service. There is a large choice of dishes and you can eat as much as you want at a fixed price. We find that kind of restaurants all over South America, sometimes they weigh your plate to determine the price.

Our final destination in Chapada is Lencois, where the tourist development started. It is now a cosy town, one picturesque restaurant or shop next to the other. The crackling and grinding of the tjsolbak is getting worse and Michel is determined to find the cause. That night the rain is pouring down, according to the locals that never happened before. Michel examines the bottom of  tjsolbak in the morning and, to his dismay, sees that the chassis in front of the springs is completely broken, a very worrying break. Roos enters a tourist office for information and gets from the helpful young man an address where we might have the tsjolbak repaired. An appointment is made with a friend / guide who will accompany Michel to the garage the next day. Michel drives cautiously over the 60 km at 40 per hour. Once there, Michel gets very bad news first because there is another break in the back. Only then he gets the good news that they will be able to repair the cracks by the next day. We now realize that we have escaped the worst, for 3000 km we were not aware of the danger. The next day we get the news that the welding will take one day more because the electricity fell out. We rent a chalet at the campsite. On Wednesday we are picked up by the guide who takes us to the garage. The cracks are welded and reinforced with a plate and we no longer hear bad sounds on the way back. As a farewell to the Chapada we drive to Pai Sao Ignacio to admire a grand view of the canyons after a short climb to 1025m.

Foto’s: Pareltjes in Chapada Diamantina

Pareltjes in de Chapada Diamantina 12/10 – 25/10/2018

Refugio FX (6)Vanuit Mucugê rijden we over goede asfaltweg naar Ibicoara, daar aangekomen zoeken we  camping Refugio FX, omdat we geen precieze coördinaten wordt het een speurtocht. We zien prachtige landschappen, rijden op hobbelige zandwegen en vragen herhaaldelijk de weg naar de bewuste plaats. Tenslotte is er een behulpzame motorrijder die ons voorrijdt. Helemaal verscholen tussen bananenbomen en andere planten vinden we de Refugio. Er is wifi en elektriciteit en wonder boven wonder ook iemand die Frans spreekt, Fernanda. Ze heeft een aantal jaren als danseres en lerares gewerkt in Frankrijk en in Gent. Ze organiseert voor ons een trip naar de Cachoeira do Buracao met gids, eerst 20 km met haar auto, dan een gemakkelijke wandeling naar de top van de waterval, waar we een kleine glimp opvangen van het neerstortend water. Om de waterval in al zijn pracht te zien moeten we naar beneden  klauteren over trappen, rotsen en stenen. Als we eindelijk beneden zijn moeten we nog een stuk zwemmen, we krijgen een zwemvest en kunnen tot aan de voet van de waterval zwemmen samen met tientallen andere mensen. De waterval is magnifiek, en dit op de dag van de dertigste verjaardag van onze eerste ontmoeting! We  picknicken beneden op de rotsen met zicht op de waterval en gaan dan terug tot aan de top van de waterval, een beangstigend diepe kloof. Op de terugtocht zwemmen we nog in een poel aan de voet van een mini-waterval, heerlijk verkwikkend. We vragen later, voor de grap, aan de kassa of we reductie krijgen omdat we ontegensprekelijk de twee oudste bezoekers waren die dag maar krijgen geen gehoor. Fernanda kent iets van de Belgische biercultuur en brengt ons bij een artisanale bierbrouwerij, het bier smaakt super lekker in de tropische tuin. De volgende dag gaan we terug naar ons vertrouwde camping in Mucugê. Michel begint zich ernstig zorgen te maken over het knarsend geluid dat de tjsolbak maakt op oneffen piste. Hij laat een mekanieker komen, die naast de auto meewandelt tijdens het rijden, maar de oorzaak wordt niet gevonden. Dat belet ons niet Igatu te bezoeken, een oud diamantdorp, we dalen van 1000 meter naar 300 en de camper maakt verschrikkelijke geluiden op de zeer oneffen weg, daarna gaat het beter als we over asfalt naar Fazenda Marimbus rijden. De camping blijkt gesloten maar de eigenaar laat ons toch overnachten aan de rivier San Antonio, de kampplaats ligt 3km diep in het bos. De temperatuur ’s nachts gaat niet onder 27°C. Vermits er geen elektriciteit is doet onze generator goed dienst om de airco draaiende te houden. ’s Anderendaags maken we een rustige begeleide kanotocht op de brede rivier met veel meanders. De oevers zijn begroeid met grote papyrussen. Michel legt zijn vislijn in het water maar ze bijten niet, zelfs niet als onze gids kleine garnalen  aan de haakjes hangt. Om ons te tergen springen ze aan de oppervlakte, gelukkig moesten we niet leven van de visvangst. Op onze weg naar het noordelijke gedeelte doen we een tussenstop in Mucugé, voor ons reeds gekend terrein. Terwijl Michel de verstopte afvalwatertank herstelt, gaat Roos met een groep andere kampeerders een aardbeienkwekerij, koffievelden en een grot met rotstekeningen bezoeken. ’s Avonds wordt er een gezellige barbecue georganiseerd met alle campingbewoners en het blijkt dat de Brazilianen niet moeten onderdoen voor de Belgen als levensgenieters. De dag daarop volgt het definitieve afscheid van de eigenaars van de camping, Rubens en Manu., fantastische mensen die ons veel hebben geholpen om al die pareltjes te vinden in het zuiden van de Chapada Diamantina. Olho do Agua is onze volgende bestemming, alweer een heerlijke plek aan een kristalhelder vijver. We zijn 3 km verwijderd van de bewoonde wereld en als de dagjestoeristen weg zijn is het er wonderlijk rustig. Om 6 uur gaan we reeds zwemmen, overdag is het 38°C en we genieten met volle teugen van het frisse water. Snorkelend zien we enorm veel kleine vissen. 5 km verder ligt een andere parel, de Poco Azul, een echte toeristische trekpleister. Het is een grote grot met onderaan azuurblauw water waarin we snorkelen. Er worden maar 10 mensen tegelijk toegelaten en het verblijf is beperkt tot 15 minuten. Het is spectaculair maar we hebben de volle 15 minuten niet volgemaakt. We eten er ’s middag in een self-service. Er is grote keus aan gerechten en je mag zoveel eten als je wil aan een vaste prijs. Dat soort restaurant vindt men overal in Zuid-Amerika, soms wordt de prijs bepaald aan de hand van het gewicht op je bord.

Dan gaat de tocht naar Lencois, waar de toeristische ontplooiing zijn oorsprong vond. Het is nu een mooi stadje, het ene pittoreske restaurant of winkeltje naast het andere. Het gekraak en geknars van de tsjolbak wordt zowaar nog erger en Michel besluit dat we niet verder rijden zonder degelijk onderzoek. De regen valt ’s nachts met bakken uit de hemel, volgens de lokale bevolking nooit eerder gebeurd. ’s Morgens gaat Michel onder de tjsolbak liggen en merkt tot zijn ontsteltenis dat het chassis vooraan ter hoogte van de bladveren volledig afgebroken is, een zeer zorgwekkende breuk. Roos gaat een toeristenbureau binnen voor informatie en krijgt van de behulpzame jongeman een adres waar we de tsjolbak misschien kunnen laten herstellen. Er wordt een afspraak gemaakt met een vriend/gids die Michel de volgende dag naar de garage zal begeleiden. De 60 km wordt aan 40 per uur afgelegd en de schrik zit er serieus in bij Michel. Daar aangekomen krijgt Michel eerst zeer slecht nieuws want er is nog een andere breuk achteraan. Pas daarna komt het goeie nieuws dat ze de breuken zullen kunnen herstellen tegen de volgende dag. We beseffen nu dat we aan het ergste zijn ontsnapt, gedurende 3000 km waren we ons niet bewust van het gevaar. De volgende dag krijgen we het nieuws dat de herstelling een dag is uitgesteld omdat de elektriciteit uitviel bij de lasser. We huren een chaletje op de camping. Op woensdag worden we opgehaald door de gids die ons naar de garage brengt. De breuken zijn gelast en versterkt met een plaat en we horen geen akelige geluiden meer op de terugweg. Als afscheid van de Chapada houden we halt bij Pai Sao Ignacio om er, na een korte klim naar 1035m, een groots uitzicht op de canyons te bewonderen.

Foto’s: Walvissen en diamanten

WHALES, GARAGES AND DIAMONDS 26/9 – 11/10/2018

We leave Imbassai to drive to Praia do Forte. At the Hostel we have a happy reunion with Paulo, the manager. Our neighbours in the parking lot of the hostel are André and Julia who travel with a beautiful old Chevrolet from 1951. Until the end of September, whales migrate from their breeding ground in the warm Brazilian waters to Antarctica. We book a boat trip on the turbulent ocean and hope to see one. Before embarking  a lovely lady advises us to take medication against seasickness. We confidently decline this offer, we have already sailed many seas and have never been seasick. The boat is going fast and after an hour two whales are spotted. The captain follows one animal, it occasionally comes to the surface to breathe and shows its graceful tail twice, which is highly appreciated by the spectators, a temporary highlight of our journey. At the seaside there are pools at low tide, where we can snorkel. The seawater is comfortably warm and we enjoy the relaxing swimming trips. In the evening Roos drinks her first caipirinha in Restaurant Paradiso, where we eat an excellent dish of grilled fish and vegetables. We have a problem with our fuel stove. A small piece is broken. We do not succeed in ordering a new piece online in the USA, Brazil does not allow import. Fortunately, there is Clarencio, whom we met in January and who also has a Coleman stove. He himself is at sea for biological research of the whale population but his wife brings us their stove and Michel removes the piece to place it in ours, a temporary solution, but it allows us to leave for Chapata Diamantina without worries.

Our destination is about 500 km further and we are glad that the GPS does not send us over the toll road along the coast. We start on a tarred road but after about ten kilometers it turns into a dirt road which we do not mind because we have new shock absorbers and the landscape is very beautiful. The road is getting worse and at some point the Tsjolbak turns completely to the right, although Michel steers to the left, a bar or pin has to be broken. Further research with the help of 4 locals confirms the fear that the king pin is broken. It is Sunday afternoon and we are a few miles from a small village, not the ideal place and time to have a breakdown!The helpful passers-by know a mechanic and he comes and repairs the problem temporarily. Our new friends advise us to stay at the health station in the village, where it is safe. The next morning we drive to the nearest city, Alagoinhas at 64 km of which 12 km is dirt road. In Alagoinhas we go to four garages but nobody can do anything for us, we have to drive to Feira de Santana, another 100 km further, where they will certainly be able to help us. When we stop for lunch in a restaurant, we get an address of a garage from the manager’s wife, who speaks English. They even make an appointment for us by telephone. In the late afternoon we find the garage in the busy city, but the entrance gate is too low to drive in. The garage owner sends us to a garage 3 km further and an employee of the garage drives in front to show the way. By then it is 5 o’clock, the works will only start the next morning. We camp in the backyard of the garage and the alarm is turned off so that we can use the toilet next to the waiting room. When Roos goes to the toilet in the morning, the alarm starts screaming because it was still activated in the central station, for 10 minutes there is a horrible noise. The neighbours are not happy with it either. A suitable king pin is not found and one will be made manually. After two days, the king pin is replaced and the rear brakes are checked because the handbrake no longer works properly. The brake drums are damaged and new ones are ordered, which will only be available in 10 days. New tires are being fitted and once the alignment is done we can drive. The GPS sends us over small roads. The first day we do only 130 of the 500 km and find the directions of the GPS very weird. The next day we drive on a track at a maximum speed of 30 km per hour and suddenly we realise why. During our trip in France we had the GPS set to avoid toll roads and motorways and we forgot to turn it off. We find out the hard way that Brazil and France do not have the same road infrastructure. However, we have strayed too far from the tarred road and continue on the rocky trail to reach Mucugê in the late afternoon. It is a beautifully preserved colonial town. The owners of the campsite are very friendly and speak English. The region is called Chapata Diamantina because diamond was found here in the 19h century and mined until 1990. We visit the diamond museum and the house where the very special endemic flowers are exhibited called “semper viva”. They are dyed in all possible colors, remain well preserved for a long time and feed on moisture from the air. They are especially wanted as a wedding bouquet because they would promote the long duration of the marriage. There is also a waterfall nearby, Cachaoeira do Tiburtino, and after a nice walk of half an hour we can take a refreshing bath in the cool brown water. On 10 October, the “festival do forro” is held in Mucugê. The campsite is getting crowded and the streets are being barred and decorated. In the evening we go and watch. The forro is an elegant dance, the couples have to be well adjusted to each other. It is surprising that many young people master this dance art. After a few hours we go to sleep. The next day we are planning to leave.

 

WALVISSEN, GARAGES EN DIAMANTEN 26/9 – 11/10/2018

 

We verlaten Imbassai om naar Praia do Forte te rijden. In het Hostel wacht ons een blij weerzien met Paulo, de manager. Onze buren op de parkeerplaats van het hostel zijn André en Julia die met een prachtige oude Chevrolet van 1951 reizen. Tot eind september trekken er nog walvissen van hun broedplaats in de warme Braziliaanse wateren naar Antarctica. We boeken een boottocht op de woelige oceaan en hopen een exemplaar te zien. Voor het inschepen is er een lieftallige dame, die ons aanraadt medicatie te nemen tegen zeeziekte. Zelfzeker slaan we dit aanbod af, we hebben al veel zeeën bevaren en waren nog nooit zeeziek. De boot zet er flink vaart in en na een uur wordt er een walvis gespot. De kapitein blijft op korte afstand meevaren met het dier, dat af en toe boven water komt om te ademen  en twee maal zijn sierlijke staart laat zien, tot groot enthousiasme van de toeschouwers, een voorlopig hoogtepunt van onze reis. Aan het strand zijn er bij laag water poelen, waar we snorkelend vissen kunnen zien. Het zeewater is aangenaam warm en we genieten van de ontspannende zwemtochtjes. Roos drinkt haar eerste caipirinha in Restaurant Paradiso, waar we een voortreffelijke grillschotel van vis en groenten eten. We hebben een probleem met ons benzinefornuis. Een klein onderdeel is stuk. We slagen er niet in online een nieuw stuk te bestellen in de USA, Brazilië laat geen import toe. Gelukkig is er Clarencio, die we leerden kennen in januari en die ook een Coleman stoof heeft. Hijzelf is op zee voor biologisch onderzoek van de walvissenpopulatie maar zijn vrouw brengt ons hun exemplaar en Michel haalt er het bewuste stuk uit om bij ons te plaatsen, een voorlopige oplossing, maar het laat ons toe met een gerust gemoed naar Chapata Diamantina te vertrekken.

Onze bestemming ligt ongeveer 500 km verder en we zijn blij dat de GPS ons niet over de tolweg langs de kust stuurt. Het begin van de rit doen we op asfalt maar na een tiental kilometers gaat de weg over in een piste van een boomkwekerij, we vinden het niet erg want tenslotte hebben we nieuwe schokbrekers en het landschap is zeer mooi.  De weg wordt steeds slechter en op een gegeven moment draait de Tsjolbak volledig naar rechts hoewel Michel naar links stuurt, een stang of pen moet afgebroken zijn. Nader onderzoek met hulp van 4 locals bevestigt de vrees dat de fuseekogel is afgebroken. Het is zondagnamiddag en we staan op enkele kilometers van een klein dorp, niet de ideale plaats en tijdstip om in panne te vallen.

De hulpvaardige voorbijgangers kennen een mekanieker en die komt ter plaatse om op een goed uur tijd het euvel voorlopig te herstellen. Onze nieuwe vrienden raden ons aan om te overnachten aan de verpleegpost in het dorp, het is er veilig en de volgende morgen kunnen we verder naar de dichtstbijzijnde stad, Alagoinhas op 64 km waarvan 12 km piste. In Alagoinhas gaan we langs bij vier garages maar ze kunnen niets voor ons doen, we moeten doorrijden naar Feira de Santana, nog eens 100 km verder, waar ze ons stellig zullen kunnen helpen, wordt ons verzekerd. Als we ’s middags stoppen om een hapje te eten krijgen we via de echtgenote van de uitbater, die Engels praat, een adres van een garage. Ze maken zelfs telefonisch een afspraak voor ons. In de late namiddag vinden we de garage in de drukke stad, maar de inrijpoort is te laag om binnen te rijden. De garagehouder stuurt ons door naar een garage 3 km verder en een medewerker van de garage rijdt voor ons uit. Omdat het al tegen vijf uur aanloopt worden de werken pas gestart de volgende morgen. Kamperen doen we op een annex van de garage en het alarm wordt afgezet zodat dat we het toilet kunnen gebruiken naast de wachtzaal. Als Roos ‘s morgens het toilet opzoekt slaat het alarm aan omdat het in de centrale toch geactiveerd was, 10 minuten is er een hels lawaai. De buren zijn er ook niet gelukkig mee. Een gepaste fuseekogel wordt niet gevonden en er moet een op maat worden gemaakt. Na twee dagen is de fuseekogel vervangen en worden de achterremmen gecontroleerd omdat de handrem niet goed meer werkt. De trommels zijn gebarsten en er worden nieuwe besteld, die slechts over 10 dagen beschikbaar zullen zijn. Nieuwe banden worden gemonteerd en de na de uitlijning kunnen we rijden. We worden via de GPS van hot naar her gestuurd en schieten maar niet op. We doen de eerste dag amper 130 van de 500 km en vinden de weginstructies van de GPS zeer bevreemdend. De volgende dag rijden we over een piste waar we maximaal 30 km per uur kunnen rijden en plots valt onze frank. Tijdens onze reis in Frankrijk hadden we de GPS ingesteld om tolwegen en autowegen te vermijden en we vergaten dit uit te schakelen. We ondervinden aan de lijve dat Brazilie en Frankrijk niet over dezelfde wegeninfrastructuur beschikken. We zijn echter te ver afgedwaald van de asfaltweg en hobbelen verder op de rotslechte piste om Mucugé te bereiken in de late namiddag. Het is een fraai bewaard koloniaal stadje. De eigenaars van de camping zijn super vriendelijk en spreken Engels. De regio heet Chapata Diamantina omdat er in de vorige eeuw diamant werd ontgonnen. We bezoeken het diamantmuseum en het huis waar de zeer speciale endemische bloemen “sempre viva” worden tentoongesteld. Ze worden in alle mogelijke kleuren geverfd, blijven heel lang goed bewaard en voeden zich met vochtigheid uit de lucht. Vooral als bruidsboeket worden ze gegeerd omdat ze de lange duur van het huwelijk zouden bevorderen. Er is ook een waterval in de buurt, Cachoeira do Tiburtino, en na een lastige wandeling van een half uur kunnen we een verkwikkend bad nemen in het koele bruine water. Op 11 oktober begint in Mucugé het 3-daags “festival do forro”. De camping loopt vol en de straten worden afgezet en versierd. ’s Avonds gaan we een kijkje nemen. De forro is een zwierige dans, de koppels moeten goed op mekaar ingesteld zijn. Het verrast ons dat veel jonge mensen die danskunst beheersen. Na een paar uren houden we het voor bekeken. Nachtbraken zit er voor ons niet in want de volgende dag willen we vertrekken.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑